MenuStichting DuplaStichting Dupla

Ik geef de pen door

Ik geef de pen door aan…

In ‘Ik geef de pen door aan’ stellen de vrijwilligers zich één voor één aan u voor;

Rita Bak

Ik ben Rita Bak-Dekker, getrouwd en moeder van vier kinderen. 2 jongens en twee meiden. Waarvan er nu drie zijn getrouwd en al kindertjes hebben. Onze jongste geniet samen met zijn vriendin van hun, nu nog, vrije leven. 2007 Het was nog voor de beruchte brand, toen ik voor het eerst bij Stichting Dupla kwam Huifbedpaardrijden met 2 cliënten waar ik vrijwilligster van ben. Naast de deur hing een brief met de vraag , “Gastdames en Menners gevraagd”  Helaas bleef het toen bij die ene keer, want niet veel later brandde de hele manege af.  Het duurde toen nog een heel jaar voor wij weer naar de manege konden komen voor het Huifbedpaardrijden. Wat een feest om in die prachtige nieuwe manege te mogen komen en wat weer een gastvrij onthaal van die lieve mensen die het Huifbedpaardrijden tot een echt feestje maakten. Het viel mij weer op dat er een brief op de deur was geplakt met de vraag, “Gastdames en Menners gevraagd”.  2008 Ondertussen was ik gestopt met werken maar nog wel vrijwilligster van de 2 cliënten met wie ik toen 1 x in de maand ging Huifbedpaardrijden. (de een rijd nu elke 2 weken en de ander 1 x in de maand) Ik heb mij toen aangemeld om 1 x in de 6 weken als gastdame voor de zaterdag en om de week op dinsdag in te zetten. Het is ontzettend mooi en dankbaar werk om voor onze gehandicapte medemensen te mogen werken. Ondertussen heb ik les gehad in het mennen met het huifbed en ben ik ook hiervoor ingeroosterd. In 2011 kwam ik in het bestuur van Stichting Dupla als bestuurslid. Er werken nu ongeveer 50 vrijwilligers bij Dupla! Een leuke en gezellige groep mensen, waar ik mij heel erg thuis voel. Ik hoop dat ik nog vele jaren bij hen kan en mag blijven werken. De pen geef ik door aan Herman van IJzendoorn.

Herman van IJzendoorn

Rita bedankt he voor het doorgeven van de pen. Gelukkig heb ik er zelf ook eentje. Ik Herman van IJzendoorn ben al 45 jaar getrouwd met Hennie Wardenaar uit Barsingerhorn, we hebben 2 dochters en 2 kleinkinderen. Na 45 jaar werkzaam te zijn geweest in de landbouw, heb ik de ontwikkeling van paardentraktie tot GPS- sturing in de huidige mechanisatie meegemaakt. Toen we trouwden had Hennie een jonge Amor-merrie, om mee te fokken. Cor Braas was toen de hengstenhouder. Zo raakte ik helemaal besmet met het paardenvirus!  Toen de meiden geboren werden moest er een pony komen natuurlijk. Het werd een shetlander Henny van Poolland, ook nu 2 veulentjes fokken. Maar kleine meisjes worden groot, dus kwam Springbourne Joyfull een Welsh a merrie, ook hier kwamen veulentjes. Leuk, maar lastig want de meiden wilden wedstrijd rijden en dan zo’n veulentje thuis laten !! RAP was toen onze club, alle pony’s in de veewagen samen naar de wedstrijden door heel Noord Holland. Gezellig de hele club bij elkaar. Maar toen kregen we problemen bij RAP, in Wageningen studeren en door de week trainen ging niet samen. Bij Bucephalus lid worden was toen niet zo vreemd, Opa en Oma woonden vlak bij manege Buc. Was ons toch al niet vreemd, Hennie heeft voor de heroprichting in 1968 veel administratief werk gedaan, ze werkte bij de Grasdrogerij bij famile van Raalte. In 1985 begon bij Buc. een mencursus gegeven door Hilwert Dijken, er waren tekort paard en wagens, dus zei ik, vraag mijn schoonvader maar, die heeft een pony en een wagen. Zo ben ik met Galina een Wesh b begonnen, veel plezier en succes met haar gehad. En zo raak je in het bestuur, 6 jaar gedaan. Piet en Carolien kwamen ook rijden en mennen. Gezellige ritjes met elkaar. Toen werd Moniek geboren, het vervolg weten we allemaal. Piet maakte een huifbed, de Welsh pony’s van Jan de Bruijne. Daarna de Fjorden, Piet vroeg vaak, wanneer kom jij nu mennen? Piet zei ik, als ik met pensioen ga, dan kom ik. Anders val ik in een zwart gat, want geraniums hebben we niet aan de Zwinweg. M’n eigen pony’s ga ik toch niet de hele dag trainen. Nu bij Dupla zo samen met zoveel vrijwilligers werken, gezellig met zoveel leuke mensen samenwerken, ik hoop het nog vele jaren te doen, het is zo mooi als je de clienten ziet genieten. Ik hoop alleen dat de regering niet alles wegbezuinigd, dat dit huifbedrijden noodzakelijk is voor deze mensen, ze hebben het zo nodig, het is een uitje waar ze van genieten. Groeten van Herman van IJzendoorn. De pen geeft ik door aan Frans Hoogendijk.

Frans Hoogendijk

Beste Herman van IJzerdoorn, wat een geweldig idee om mij de eer te gunnen een stukje in de Stijgbeugel te schrijven!!!
Eerst even voorstellen: Mijn naam is Frans Hoogendijk, geboren en getogen in Medemblik. AL 41 jaren gelukkig getrouwd met Gerie. Wij hebben een zoon en een dochter en 4 kleinkinderen. Ik kom uit een gezin van 11 kinderen, 6 zussen en 4 broers. Mijn vader was veehouder en ik was de enige van de broers die ambitie had in het boerenbedrijf. De werkzaamheden werden 55 jaar gelede met een paard gedaan, volgens mij was het een Oldenburger, een zeer sterk werpaard. Dat was ook wel nodig op ons bedrijfje want de mesthoop die 2 maal per jaar naar het land gereden moest worden lag voor een helling van 20% naar de weg toe. Met het gevolg dat er wel eens een streng sneuvelde want ze moesten echt wel in het tuig vallen, anders kwamen ze niet boven. Na een dag hard werken mocht Fransje (9 jaar) het paard met de fiets zonder remmen naar het grasland brengen. Wat kon dat paard galopperen!!!! Het mag een wonder heten dat ik het er zonder kleerscheuren vanaf heb gebracht. Ook was ik eens aan het weideslepen (molshopen slechten) het was ongeveer 16.30 uur en het paard dacht waarschijnlijk dat het tijd was om te stoppen. Hij begint me toch te rennen rakelings langs twee dampalen, moet er niet aan denken als hij er een geraakt had. Het werken met paarden duurde tot ik 17 jaar was Toen werd er een tractor aangeschaft, een MC Cormick. Maar ondanks de vooruitgang trok het me niet om de boerderij over te nemen (te weinig mogelijkheden, te klein en in de stad). daarna heb ik jaren in de bouw gewerkt. Toen ik 60 jaar was ben ik in de fut gegaan. Kort daarna stond er een artikel in de krant over de opening van de nieuwe Moniekhal. Wij erheen waar ik voorgesteld werd aan Simone die me vroeg of ik de eerstvolgende woensdag wilde komen kijken. Vanaf die tijd ben ik vaste menner op de woensdagochtend. Ik ga graag om met mens en dier en doe het met veel plezier. En wat ik erg leuk vind is dat mijn kleindochter Iris niet wijs is van paarden. Ze heeft les bij Stal Hoogwoud en doet het goed. Zal het dan toch in de genen zitten? Tot slot wil ik de pen doorgeven aan Pe Kamp, alleen het probleem is dat je niet meer dan 3 pagina`s mag vol schrijven.

Pé Kamp

Van Frans Hoogendijk kreeg ik het verzoek om wat van mijzelf te vertellen om in de Stijgbeugel gepubliceerd te worden. Ik werd al bij voorbaat gemaand om het niet te lang te maken (gelukkig). Mijn naam is Pé Kamp en ben geboren in 1941 te Wadway gemeente Wognum als tweede zoon van een gezin van 13 kinderen (11 jongens en 2 meisjes). Opgegroeid op een boerderij was het aanpakken maar ook in huis bij moeder moest van alles gedaan worden zo wordt je van zelf allround op gevoed. Ik leerde mijn vrouw Corrie kennen toen ze 17 jaar was en ik 19. Eerst moest de militaire dienstplicht nog vervuld worden en opgeleid voor de administratie kon ik de inkomende post voor de commandant en soldaten verzorgen, druk maar wel leuk werk. Na mijn dienst tijd van 21 maanden heb ik een jaar bij een groente boer gewerkt. Zes dagen in de week met groente en fruit langs de deur ( pas toen geleerd om met vrouwen om te gaan). In april 1965 zijn we gehuwd en zijn begonnen aan de Leyerdijk in Oude Niedorp. Een klein bedrijfje met acht koeien met de hand melken, tulpen bollen op contract teelt en anemonen verbouwen en het zaad oogsten. In de herfst van 1966 werden de eerste twee drachtige zeugen gekocht en na een nieuwe varkensstal in 1968 uitgebreid tot 25 zeugen . We hielden de biggen een week of twaalf en dan werden ze verkocht voor de mesterij. Corrie voerde de zeugen en ik deed het overige werk. In het jaar 2000 zijn de laatste zeugen weggegaan. Niet alleen in het bedrijf werd veel energie gestoken, ook het gezin groeide Margit, Albert en Andre werden geboren. Door regelmatig land aan te kopen werd het bedrijf groter, geen bollen meer maar wel meer koeien, dus werd er in 1975 een nieuwe loopstal gebouwd die nog alle dagen dienst doet bij zoon Andre. Niet allen in het bedrijf werd veel energie gestoken, ook in diverse besturen van verenigingen en de kerk waren en zijn we nog altijd actief en met zingen, biljarten en kaarten als hobby en een grote familie en kennissenkring kon het toch gebeuren dat nadat wij het bedrijf over gedaan hadden aan onze zoon Andre (waar ik nog alle dagen met plezier werkzaam ben) een beroep op mij werd gedaan om voor Dupla menner voor het huifbed paard rijden te worden. Dat doe ik al weer enige jaren met veel voldoening en hoop het nog vele jaren te kunnen doen. Dit is in grote stappen zo mijn levensloop tot nu toe. Samen genieten Corrie en ik nog alle dagen van wat we hebben opgebouwd, maar vooral van onze kinderen en hun partners en de 7 kleinkinderen. Ik geef voor deze rubriek de pen door aan Hetty Höfte.

Hetty Höfte

Er is mij gevraagd om een stukje te schrijven, dus stel ik mij voor.
Mijn naam is Hetty Höfte-Gramsma geboren in Oldenzaal. 13 mei 1950, de middelste van 5 dochters. In ons gezin stond sporten op een belangrijke plaats en zodoende was ik met 6 jaar op gymnastiek en tenniste ik vanaf mijn 8ste jaar, ook scouting bij de kabouters en later als leidster bij de welpen, dit heb ik gedaan tot ik het huis uit ging.
Werkzaam in Ootmarsum als pedagogisch medewerkster voor Opvoeding en Onderwijs, in het Radboud Internaat. In Ootmarsum was ik op kamers, in de zelfde straat waar Herman woonde en zodoende werden we buren van elkaar. We leerden elkaar kennen in het uitgaan. In Ootmarsum heb ik 6 jaar gewoond en een schitterende tijd gehad. Herman en ik kregen verkering en na 5jaar zijn we in 1975 getrouwd. Als beroepsmilitair bij de Marine Luchtvaart Dienst,  woonde Herman in Leiden en daarna in Den Helder, waar hij gestationeerd was op vliegveld ”De Kooy”. Dus was het niet anders dan dat ik mijn baan opzegde en naar Noord Holland ging verhuizen, zo kwamen we in Schagen terecht. Hier kregen we gezinsuitbreiding van 2 jongens, te weten Tjeerd ( 1977) en Niels (1979). Hier ben ik weer bij de Waterscouting Vita Nova actief geweest. We hebben 7 jaar in Schagen gewoond . In 1982 kochten we het huis in Barsingerhorn aan de Leekerweg 11,  waar we nu nog wonen. Heerlijk een vrijstaande woning met een ruime tuin.
Hier in Barsingerhorn hebben ze een tennisvereniging waar ik meteen lid van werd, dit was een heerlijke uitlaadklep voor mij, als Herman in het buitenland was.  Van jongs af aan tekende ik, zo ging ik bij vele Teken en Schilderclubs om verschillende technieken te leren. Creativiteit is een rode draad in mijn leven. Beeldhouwen, daar heb ik vele cursussen in gevolgd, van speksteen bewerken, dit is alleen weghalen van de steen, dus eraf is er af, tot Beelden maken van klei. Tevens volgde ik een cursus brons gieten, waarbij je een beeld maakt van was en later gaat gieten in brons. Het gieten in brons dat doet de bronsgieter, het is een ambacht. Ik breng mijn beelden naar de bronsgieter in Balk.  Beeldhouwen is een passie waar ik mij helemaal in kan uitleven. Momenteel ben ik bezig met een project van hoefijzers. In vele plaatsen heb ik geëxposeerd, momenteel is dat bij Mega Tegel in Schagen, daar is een deel van mijn beelden te zien. Volgend jaar exposeer ik met een groep tekenaars in de maanden maart – april in Magnus hof te Schagen. Onder de naam ,,Het’’ Atelier. In het onderwijs, heb ik 16 jaar met veel plezier gewerkt op de Basisscholen in Middenmeer en Wieringerwerf. Daar was ik vakleerkracht Handvaardigheid. Een dag in de week deed ik klasse verkleining. Vier jaar geleden ben ik gestopt met werken.  Via Herman kwam Dupla in ons gezin, meteen kon ik mee om te kijken als gastvrouw en ben ik gebleven.  Voor Dupla ben ik de bekende tassen / kussenslopen aan het maken van oude spijkerbroeken. Het is een mooie manier om geld voor Dupla binnen te krijgen.  Het gaat super goed en met de hulp die ik hoop te krijgen, want alleen is het niet meer te doen, ga ik rustig door. Dus bij deze ook een oproep om te helpen met het tornen van de broeken, en eventueel te helpen maken. Inmiddels zijn er al mensen druk bezig met tornen. Het mooiste van bij Dupla zijn, vind ik het dankbare werk, de glimlach van het kind de hand die open gaat tijdens de ontspannen tocht. Heerlijk om dat te zien en mee te maken. Zo heb ik een voldane dag, waar iedereen blij is, dat is toch een ultiem geluksgevoel.
Inmiddels zijn wij trotse grootouders van 6 kleinkinderen, waar ik bij mag oppassen en heerlijk van geniet. De kinderen zijn; Mees 9 jaar- Joek 7 jaar- Venne 6 jaar- Ties 4jaar van Tjeerd en Greta. Sam 3 jaar en Mik 9mnd van Niels en Nana.
De volgende die zich mag voorstellen is Jan Dudink.

Jan Dudink

Hetty vroeg me of ik even met me zelf overleggen wilde, om me even voor te stellen bij Dupla. Nou dat is niet moeilijk. Ik ben Jan Dudink geboren en getogen in Heerhugowaard aan de Draai, maar nu sinds 7 jaar woonachtig op een boerenspulletje in Hoogwoud. Ik kocht in 1972 mijn eerste Welsh pony om mee te mennen en fokte er alle jaren wel een veulentje bij, meestal van Arabische hengsten. Deze werden om aan te spannen wel wat te hittepetitteg. Zo kon ik me uit mijn kinderjaren herinneren, dat een boer aan de overkant van de dijk altijd een paar zwartjes voor het werk had. Dat wilde ik ook wel, dus bij een Friese handelaar, met wat pony’s ingeruild te hebben, kocht ik in 1978 mijn eerste Friese paard Jasper, 20 jaar heb ik hem gehad. Hierna volgde nog wel wat Friese paarden, waaronder Falco, ook al weer 22 jaar in mijn bezit. Op het ogenblik bestaat mij hobby spulletje uit 4 Friese paarden en 20 blauwe Texelaar schapen. Met paarden mennen doe ik alleen maar recreatief en ringsteken in de buurt. En een paar meisjes uit de buurt rijden ze onder het zadel. Ter keuring gaan is niet zo mijn ding, de bolhoeden weten het altijd beter, en de meeste hebben het ook maar uit een boekje. Ook knapte ik nog wel eens een oud rijtuigje op. Zo heb ik een wagonette, buggy en tilbury, allen ruim honderd jaar oud. Zo deed ik alle jaren mee met ringsteken in Schagen, de derde donderdag in augustus. Herman van IJzendoorn, die ik nog van de Welsh pony’s kende, belde me of ik nog een bomvrije Fries had voor 10 donderdagen om in Schagen met de Folklore te rijden. Het paard moest dan voor de muziekwagen “de Uienhoop” lopen. Ik werkte toen nog, was met het laatste jaar bezig,  maar het leek me wel leuk voor 10 donderdagen. Op de laatste donderdag toen we na afloop aan de koffie zaten met Herman, Jaap en John, vraagt Herman je hebt zo direct alle tijd, je kan wel bij Dupla komen. Nou had ik wel eens van Dupla gehoord, van brand in de manege en zo, maar verder wist ik het ook niet helemaal. Ik zeg tegen de mannen 1 januari 2014 stop ik officieel, je belt maar op tegen die tijd. Nou 2 januari belde hij op of ik er nog aan gedacht had, ja want ik moest eerst nog stage lopen. Nou wist ik wel een beetje wat me te wachten stond. Al jaren reden we met een clubje een dag bij Reigersdaal en Leekerweide. De stage periode was snel over en er werd me een Dupla pak aangemeten en karren maar. Nou eerlijk gezegd bevalt het me wel bij deze club. Het is een gemoedelijke boel met alle vrijwilligers. Wat ik ook zo mooi vind dat er soms zo mooi Westfries gesproken wordt en dat sommige van buitenaf het wel eens niet helemaal volgen kunnen. Op locatie rijden is ook heel gezellig. Zo heb ik vorige zomer veel met Piet Dekker op Leekerweide gereden ten behoeve van de zomer opvang. Mijn nichtje zei laatst tegen me, Ome Jan het is wel nobel werk wat jullie doen. Daar van uitgaand hoop ik dat er nog wat mensen buiten Dupla om hier voor voelen om de club te versterken.

Groeten Jan Dudink

Nog een anekdote toe: dat ik pas op Hoogwoud kwam wonen, moest ik aan een andere veearts. Een jong stel mensen, uit het midden van het land. Ik kwam daar eens voor een middeltje, dat ik raakte met de vrouw aan de praat, en vroeg hoe het hier was in Westfriesland.  Nou goed hoor, ik moest eerst wel wat wennen aan de taal, zo vertelde ze. Er belde eens een veehouder met de mededeling: “of je man effe komme wulle, dur is un skeep an ut oone, en ut lam lait helegaar vekeerd.” Nou ik denk dat sommige westfriesen hier ook niets van begrijpen.

ANBI-verklaring

ANBI-verklaring

Stichting Dupla heeft een ANBI verklaring. Bekijk hier ons beleidsplan en hier onze jaarstukken. Uw gift is aftrekbaar van de inkomsten- of vennootschapsbelasting!